Verslag Zuid-Hollands Cultuurdebat
Hoe denken de politieke partijen die in Zuid-Holland deelnemen aan de provinciale statenverkiezingen van 20 maart 2019 over cultuur en erfgoed? Die vraag stond centraal tijdens het Zuid-Hollands Cultuurdebat op donderdag 14 maart 2019 in OPEN in Delft. Een relevante vraag zo bleek uit de animo voor het debat. Het publiek moest flink inschikken om iedereen een plek te geven en het debat werd in twee rondes geknipt om alle deelnemende kandidaat-statenleden aan het woord te laten. Terwijl rondom bezoekers van de bibliotheek langs de boeken dwaalden en kinderen de trap op klauterden om naar ballet of gitaarles te gaan, vond op het podium een geanimeerd debat plaats.
Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur Instituut Beeld & Geluid, maar vooral aanjager en realisator van deze bibliotheek nieuwe stijl, sprak in zijn inleiding over de noodzaak van kunst, cultuur en erfgoed voor de leefomgeving van mensen. Hij gaf drie ontwikkelingen mee om rekening mee te houden. De samenstelling van de inwoners van onze provincie verandert qua leeftijd en diversiteit. Mensen hebben minder vrije tijd beschikbaar, dus ook minder tijd om zich als vrijwilliger in te zetten in de kunst- en cultuursector. En technologie biedt ons nieuwe mogelijkheden om in contact te komen en verbinding te maken.
Na deze prikkelende aftrap gingen twaalf kandidaat-Statenleden in twee rondes met elkaar in debat over vier stellingen. De focus van de eerste debatronde was Cultuur & Economie en Leefomgeving en in deze ronde kruisten vertegenwoordigers van VVD, SGP, PvdA, GroenLinks, SP en D66 de degens. Zij werden uitgedaagd om in één minuut het standpunt van hun partij over het voetlicht te brengen, alvorens te reageren op de stellingen van deze ronde: moet de provincie weer meer investeren in cultuur nu het economisch beter gaat? En wordt cultuuraanbod niet onbereikbaar voor inwoners van kleinere gemeenten als de provincie niet ingrijpt?
“Moet de provincie weer meer investeren in cultuur nu het economisch beter gaat?”
Gerard van de Breevaart (SGP) pleitte voor meer investering in cultuur. Hij wil cultuur voor alle inwoners zowel fysiek als digitaal toegankelijk houden. Daarin heeft de provincie een centrale rol vindt de SGP’er.
Yvonne Hagenaars (PvdA) vond dat de bezuinigingen van acht jaar geleden teruggedraaid moeten worden. Zij hield een vurig pleidooi voor de kracht van cultuur: “geen leven zonder cultuur” en ziet meerwaarde in het investeren in een verbindend provinciaal cultuurbeleid voorbij de huidige opzet van de erfgoedlijnen*.
Anneloes van Hunnik (GroenLinks) is het daarmee eens: cultuur is meer dan de erfgoedlijnen. Zo zou ze willen investeren in de infrastructuur en educatie. De bezuinigingen zijn immers extra hard aangekomen bij kleinere gemeenten en het platteland. Daar wil zij extra geld voor beschikbaar stellen zonder de grote steden uit het oog te verliezen.
Hierbij sluit Iris van de Kolk (SP) van harte aan. Van de Kolk ziet nu een kans “om weer goed te maken wat teloor is gegaan”. Vanuit haar eigen ervaring brengt zij in dat er grote gaten zijn gevallen in de kunst- en cultuur infrastructuur in de provincie. Het is belangrijk dat cultuureducatie een impuls krijgt en bereikbaar wordt voor alle kinderen en ouderen, ook voor inwoners van dorpen en buitengebieden.
Sadidah Somer (D66) en Laurine Bonnewits (VVD) waren het niet eens met de stelling dat de provincie, nu de economie het weer toelaat, meer moet investeren in cultuureducatie, cultuurparticipatie en erfgoed. Sadidah Somers (D66) betoogde dat zij het huidige provinciale cultuurbudget weliswaar wil behouden, maar vooral wil blijven inzetten op de erfgoedlijnen. Hierin vinden VVD en D66 elkaar. Somer is van mening dat educatie een taak van de gemeenten is, die daar wel meer geld voor zouden moeten krijgen van het rijk.
Volgens Laurine Bonnewits (VVD) gaat het niet om het geld, maar om goede plannen. Wel stelde ze de zaal gerust: “we investeren in cultuur, en blijven dat ook doen.” Bonnewits onderschrijft de waarde van kunst en cultuur maar pleit voor een meer gevarieerde stimulans dan subsidie van de provincie, bijvoorbeeld door slim samen te werken met het bedrijfsleven en vrijwilligers Zij vond wel dat de provincie zijn rol moet oppakken om de ontstane gaten in de infrastructuur aan te pakken. Op dat punt heerste opvallend veel consensus onder alle panelleden.
Vanuit de zaal nodigde een vertegenwoordiger van het Molenplatform de kandidaat-statenleden uit om meer te investeren in het behoud en beheer van onze molens. In reactie hierop greep Van de Breevaart de kans om het belang van de inzet van vrijwilligers te onderstrepen en ging Bonnewits nog eens in op haar standpunt dat een goed plan de eerste stap is. Dit plan van het Molenplatform voldeed daaraan, aldus de VVD-politica.
“Is het een provinciale taak de gaten tussen de cultuurregio’s te vullen?”
Aan het tweede panel over Cultuur & Inclusie en Participatie namen vertegenwoordigers deel van het CDA, Code Oranje, Partij voor de Dieren, NIDA, ChristenUnie en 50Plus. Hen werden de volgende vragen gesteld. Is het een provinciale taak de gaten tussen de cultuurregio’s** te vullen? Moet de provincie wel of niet zorg dragen voor de culturele identiteit van heel Zuid-Holland? En moeten provinciale culturele instellingen zich niet richten op een meer diverse doelgroep?
Meidert Stolk (CDA) reageerde op het eerste deel van het debat door de aanwezigen eraan te herinneren dat moties van het CDA voor het in stand houden van de budgetten in de kunst- en cultuursector niet konden rekenen op een meerderheid in de provinciale staten. Na het horen van de huidige standpunten, schat hij die kans nu anders in. Hij onderstreept het belang om samen op te trekken en de samenwerking te versterken tussen erfgoed en cultuureducatie. Inzet moet daarbij zijn om iedereen te betrekken bij de samenleving en niet alleen een selecte groep in een select gebied. Het CDA vind de erfgoedlijnen goed werken. Met investeringen zou hij de cultuur en cultuureducatie verder willen stimuleren soortgelijk aan de erfgoedlijnen.
Lucien van der Plaats (Code Oranje) is voorstander van meer betrokkenheid van de inwoners zelf. De provincie heeft naar zijn mening geen rol als regisseur binnen de kunst- en cultuursector. “Alles van waarde is weerloos” is het statement waarmee Carla van Viegen (Partij voor de Dieren) aandacht vraagt voor een inclusieve samenleving. Om de witte vlekken*** in Zuid-Holland op te vullen, ziet zij een regierol voor de provincie. Haar partij staat voor minder asfalt, meer natuur en meer cultuur.
Oscar Bergamin (NIDA) stelt eisen aan de diversiteit van het personeel van de instellingen in de kunst- en cultuursector. Instellingen moeten een afspiegeling zijn van hun klanten. Hij benadrukt het belang van laagdrempeligheid voor inwoners met een migratieachtergrond. Op de vraag hoe dit tot stand te brengen, antwoordt Bergamin dat het gesprek aangaan met de mensen de eerste stap is. Djoeki van Woerden (ChristenUnie) is van mening dat cultuur en erfgoedinstellingen moeten staan voor een breed aanbod dat fysiek en digitaal voor iedereen toegankelijk is. De provincie heeft een regierol op het terrein van historisch erfgoed, de landelijke gebieden en de archeologie. Van Woerden wil de internationale uitstraling op peil houden.
Bernard Revet (50PLUS) hecht aan de regionale monumenten en wil jongeren en ouderen een museumjaarkaart geven. Hij wil “van welvaart naar welzijn”. De provincie moet als Haarlemmerolie de witte vlekken vullen. Alle kandidaat-Statenleden onderschreven een rol voor de provincie Zuid-Holland om de gaten tussen de cultuurregio’s te vullen en zorg te dragen voor de culturele identiteit van heel Zuid-Holland.
Vanuit de zaal hield de organisator van het Delft Fringe Festival een sterk pleidooi dat de provinciale rol breder is dan alleen erfgoed en cultuureducatie. Dat provinciaal cultuurbeleid zich ook moet richten op cultuurparticipatie in de vorm van het stimuleren van beleving, meedoen, verlevendiging, verbinding, festiviteiten en talentontwikkeling. En dat dit met name in de kleine regio’s een instrument is om de cultuurbeleving en beoefening aldaar te stimuleren. Zijn pleidooi vond bij diverse statenleden achter de tafel gehoor en zij bevestigden dat hier ook een provinciale taak ligt.
“Laten we zorgen dat Zuid-Holland ook cultureel koploper wordt!”
Als laatsten kregen de organisatoren het woord. Zij hoorden hoopvolle en optimistische woorden. De uitkomsten van dit debat zien zij als een opdracht aan zichzelf om nog meer samen te werken en zich gezamenlijk in te zetten voor een inclusieve, breed gedragen provinciale cultuur- en erfgoedsector. Theo Ham, directeur van het Jeugdtheaterhuis, gaf de kandidaat-statenleden het volgende mee: “investeer en ondersteun dit proces vanuit de instellingen en zorg voor inclusiviteit.” Marielle Hendriks, directeur Erfgoedhuis Zuid-Holland, vult daarop aan: “en match als provincie de bestaande landelijke en gemeentelijke programma’s, bijvoorbeeld op het vlak van digitalisering, cultuureducatie en vrijwilligersbeleid”.
“Daarvoor gaan we graag de dialoog aan met de provincie, zodat Zuid-Holland niet alleen in mobiliteit en energietransitie, maar ook op cultureel vlak koploper wordt”, aldus Aukje Bolle, directeur Kunstgebouw. Als uitsmijter geeft Hendriks mee “ik zeg: minstens 15% erbij!”.
Het Zuid-Hollands Cultuurdebat werd georganiseerd door Kunstgebouw, Erfgoedhuis Zuid-Holland, Probiblio, Jeugdtheaterhuis, Popunie en SEOP.
* Aan de hand van zeven ‘erfgoedlijnen’ maakt de provincie Zuid-Holland de geschiedenis van het landschap zichtbaar en beleefbaar. Een erfgoedlijn is een geografische lijn (kust, trekvaart, oude duinenrij, eiland, enzovoort) die verschillende punten op de kaart verbindt tot één geheel met een gemeenschappelijk historisch verhaal.
** In Zuid-Holland zijn in reactie op de oproep van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap drie aparte cultuurregio’s geformeerd: Haaglanden, Leiden en omgeving en Rotterdam + Dordrecht.
*** Met ‘witte vlekken’ worden de gaten tussen de drie cultuurregio’s bedoeld.