“Kijken waar je iets kunt toevoegen”
Interview met Marielle Hendriks
Marielle Hendriks groeide op in een omgeving vol verhalen uit het verleden. Ze werd geboren in een vervallen boerderij in Schipluiden vol bijzondere objecten en geheime schatten. Twee jaar terug verhuisde ze naar een statig pand in Delft uit 1870. Vermoedelijk woonde hier een directeur van de Koninklijke Nederlandsche Gist en Spiritusfabriek. Voor het precieze verhaal wil Marielle de archieven induiken, maar daar is nog even geen tijd voor. Sinds twee maanden is zij namelijk de nieuwe directeur van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Met Annemarie Hogervorst van Kunstgebouw sprak ze over creatieve ontwikkeling, waardering voor vakwerk en over je eigen hekje heen kijken. “Maak gebruik van wat anderen doen en kijk waar je iets kunt toevoegen.”
Sinds 15 november 2018 ben je de nieuwe directeur-bestuurder van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Als Delftse kun je nu voortaan op de fiets naar je werk. Maar dat zal niet de enige reden zijn dat je voor deze baan hebt gekozen. Wat sprak jou vooral aan?
“Wat mij in deze baan direct aansprak, was de mogelijkheid tot verdieping binnen één vakgebied. Bij de Boekmanstichting was ik vooral met sectorbreed beleid bezig op heel veel verschillende domeinen, van cultuureducatie tot de juridische aspecten van kunst. Erfgoed is er gewoon, daar moeten we wat mee. Lekker concreet. Bovendien spelen in erfgoed een heleboel actuele vraagstukken: verduurzaming, mobiliteit, identiteit. Hoe ver gaan we in het behouden en beheren van monumenten? Hoe gaan we om met ‘fout’ erfgoed?”
Welke persoonlijke betekenis heeft erfgoed voor jou? Klopt het dat je er letterlijk in bent opgegroeid?
“Begin jaren zeventig verhuisden mijn ouders met mijn twee oudere broers vanuit Rotterdam naar een oude boerderij in Schipluiden. Mijn moeder wilde schapen houden en een moestuin om haar eigen groenten te kweken. Het was de tijd van de flowerpower. Mijn ouders hebben de boerderij als een bouwval gekocht. In de eerste kamer waar een bed kon staan, ben ik geboren. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat het er één grote schatkamer van bijzondere objecten was. In bedstedes ontdekten we geheime luiken. Boven op zolder stond een orgel. Bij het afnemen van de balken vond mijn moeder zelfs een sigarenkistje met geld dat er tijdens de oorlog was verstopt. Als je buiten een schep in de grond stak, haalde je scherven van tegeltjes en serviesgoed naar boven. Mijn ouders hebben er hun hele leven aan gewijd om de boerderij op te knappen. Hierdoor heb ik van nature een diep verankerd respect mee gekregen voor oude dingen en nieuwsgierigheid naar vervlogen tijden.”
Een vlak waarop Kunstgebouw en het Erfgoedhuis onder meer samenwerken is cultuuronderwijs. Onlangs hebben we samen de Digitale Scheurkalender Zuid-Holland ontwikkeld. Hoe was het cultuuronderwijs bij jou op de basisschool? Wat deden jullie op het gebied van kunst en erfgoed?
“Midden jaren zeventig heeft mijn moeder haar schouders gezet onder het initiatief om een vrijeschool op te richten in Delft. Nu zijn er veel meer vrijescholen, maar toen was dat nog erg exotisch. Op de vrijeschool gaan ze uit van een balans tussen hoofd, hart en handen: denken, voelen en willen. Op cultuur ligt grote nadruk. Dus ik ben in mijn jeugd ‘doodgegooid’ met toneelstukjes, elke dag zingen en boetseren. Zelfs bij het rekenen moesten we klappen en stampen. En thuis ging het door. In onze keuken stonden twee oude schoolbankjes waar we na schooltijd heerlijk zaten te tekenen.”
“De creatieve ontwikkeling heb ik dus met de paplepel binnen gekregen. En ik heb van binnenuit gevoeld wat het met je doet als je je creatief mag uiten en hoe dit je vormt. Als je zelf bezig bent geweest met houtbewerking besef je hoe knap het is dat iemand zo’n tafel kan bouwen. Waardering voor het ambachtelijke – iets wat we nu gelukkig weer aan het herontdekken zijn – vind ik heel wezenlijk. Niet alleen dat je respect hebt voor het vakwerk, maar ook dat je beseft dat het niet alleen maar gaat om cognitieve vaardigheden. Als je dit als jong kind meekrijgt, sta je anders in het leven. Ik vind het daarom ook heel goed dat er vanuit de regeling Cultuureducatie met kwaliteit speciale aandacht is voor het VMBO.”
Bijna 17 jaar werkte je voor de Boekmanstichting, het Nederlands kenniscentrum voor trends in kunst en cultuur, waarvan de laatste vier als directeur. De Boekmanstichting werkt sector breed. Neem je deze wijde blik mee naar het Erfgoedhuis? Hoe gaan we dat terugzien?
“Ik denk dat het altijd goed is om over je eigen hekje heen te kijken. Mijn credo is don’t invent, connect: leg je oor te luister bij vakbroeders en -zusters. Dat kan ook buiten Zuid-Holland of zelfs in het buitenland zijn. Het Erfgoedhuis maakt zich sterk om het erfgoed binnen de provincie Zuid-Holland zo goed mogelijk te onderhouden en te benutten en zo breed mogelijk toegankelijk te maken. Het liefst voor álle inwoners van onze provincie. Dat voel ik echt als mijn grote missie. Deze manier van werken – gebruik maken van wat anderen doen en kijken waar je iets toe kunt voegen – heeft mij veel gebracht in het werk bij de Boekmanstichting. Ik merk nu al dat de brede blik die ik meebreng het Erfgoedhuis anders doet bewegen. Dat vind ik erg leuk om te zien.”
Onlangs presenteerden De Boekmanstichting en Atlas voor gemeenten de eerste editie van de Regionale Cultuurindex. Deze geeft inzicht in de staat van cultuur per provincie. Zuid-Holland scoort op de meeste punten niet hoog. Zowel niet voor kunst als voor erfgoed. Wat ga je doen om dit te veranderen?
“De regionale cultuurindex was mijn laatste project bij de Boekmanstichting waar we drie jaar lang hard aan gewerkt hebben. Cijferwerk is complex en vereist een goede inhoudelijke onderbouwing. De regionale cultuurindex werkt per definitie als benchmark. Je ziet bijvoorbeeld in één oogopslag hoeveel geld provincies in cultuur investeren en waar ze dit vooral aan besteden. De bezuiniging die in 2013 landelijk is ingezet, kreeg met name in Noord-Holland en Zuid-Holland navolging. Van belang is het hele plaatje te bekijken. De Randstad kent verhoudingsgewijs veel landelijk ondersteunde cultuurinstellingen en veel gemeenten die al flink in cultuur investeren. Dat ligt in Noord-Brabant of Friesland heel anders. ”
“Eigenlijk zie ik de taak van het Erfgoedhuis net zo: wij brengen op een beredeneerde manier de feiten en cijfers over erfgoed voor het voetlicht bij de provincie. En daarmee kunnen we ook zaken op de agenda zetten: wij signaleren bijvoorbeeld dat kleine musea in Zuid-Holland het zwaar hebben. Ze draaien op vrijwilligers want het vaste personeel is ontslagen. Maar collecties beheren en ontsluiten is een vak apart. Wat gaat dit op de lange termijn betekenen voor de staat van ons erfgoed? Het Erfgoedhuis wil haar deskundigheid inzetten om te bekijken wat we hieraan kunnen doen, niet alleen met de provincie maar ook met andere partijen.”
“Samen met Kunstgebouw wil ik met behulp van feiten en cijfers, zoals de regionale cultuurindex, de provincie duidelijk maken dat je op een slimme manier cultuur kunt laten renderen. Niet door losse projectjes hier of daar, maar door bijvoorbeeld aan te haken aan een regeling als Cultuureducatie met kwaliteit. We weten allemaal dat elke euro die je in cultuur steekt minstens het dubbele oplevert.”
Zowel Kunstgebouw als het Erfgoedhuis heeft de gehele provincie Zuid-Holland als werkgebied. Welk erfgoed zou jij het allerliefst aan alle kinderen in Zuid-Holland willen laten zien?
“Als Delftse wil ik natuurlijk het Prinsenhof noemen, maar toch kies ik voor het Binnenhof. Ik vind dat ieder schoolkind deze plek, al 700 jaar het hart van onze democratie, moet kennen. Het allermooiste zou zijn wanneer je de kinderen dan ook nog mee naar binnen kunt nemen in de Ridderzaal. Daar kun je zoveel over vertellen. In 1280 zijn ze met de bouw van de Ridderzaal begonnen. Het was een architectonische icoon in die tijd. Er waren in heel Europa nog bijna geen overspanningen groter dan die van de Ridderzaal. Wist je dat pas in de 19de eeuw, onder invloed van de romantiek, de naam Ridderzaal bedacht werd? Dat hing samen met een actueel thema van toen en nu: nationale identiteit.”
“Naast het Binnenhof is er natuurlijk nog zoveel meer erfgoed dat ik aan alle schoolkinderen zou willen laten zien. Een leuk aspect van mijn nieuwe baan is dat ik mee mag op inspectie met de Monumentenwacht. Ik ben mee geweest naar Molen De Arkduif in Bodegraven en kasteel De Keukenhof in Lisse. Ook stond ik onlangs bovenop de Oude kerk in Delft, ondanks mijn hoogtevrees. Fantastisch en indrukwekkend.”
In september 2018 lanceerden het Erfgoedhuis Zuid-Holland en Kunstgebouw de Digitale Scheurkalender Zuid-Holland: een site die leerlingen uit groep 5 t/m 8 op een vlotte en toegankelijke manier laat kennismaken met twaalf kunst en erfgoedonderwerpen uit de provincie Zuid-Holland.
Ga naar www.digitalescheurkalender.com en log in met zuidholland.
Datum: 19 januari 2019
Auteur: Annemarie Hogervorst